== Rundvlees == Baby Top – Kogel Bovenbil / kogelbiefstuk Blade Steak – Sucadelap Brisket – Puntborst, bestaat uit 2 spieren Chuck – Schouder Chuck Steak – Halslappen (worden hier gebruikt voor langzame garing) Chuck Tender – Schoudermuis Cowboy Steak – Cote de Boeuf / Bone-in Ribeye (een ribeye steak met het bot er nog aan dus) Eye of Round – Achtermuis Flank Steak, Flap Meat – Bavette, Vinkenlap, Vang Flat Iron Steak, – Sukade (de zeen verwijderd en als steak gesneden) Filet Mignon – Ossenhaas, de punt Fillet – Ossenhaas, Haasbiefstuk, Chateaubriand Tournedo Hanger Steak – Longhaas Mock Tender – Schoudermuis NY Strip, Strip Steak – Entrecote (geportioneerd) / Contra Filet (aan één stuk) Petite Tender – Jodenhaas Prime Rib – Côte de boeuf Rump Cap – Staartstuk, Picanha Rump Steak – Dikke Lende / Biefstuk Short Loin – Dunne Lende Shoulder Clod – Bloemstuk Sirloin – Dikke Lende Skirt Steak – Middenrif, Omloop Tenderloin – Ossenhaas Top Round Steak – Kogel Biefstuk Topside – Bovenbil Tri-Tip – Ezeltje, Liesstuk == Varkensvlees == Blade Steak – Schouderkarbonade Boston Butt, Butt – Bovenste deel van de schouder (met het schouderblad) Picnic – Onderste deel van de schouder (met het bovenbeen) Pork Chops, center cut – Ribkarbonade Pork Loin – Lende, Filet Pork Tenderloin – Varkenshaas